“Ja dat is wel een bijzondere eigenschap van die Spakenburgers. Als je hier met een idee komt, dan wordt het groots. We zijn hier welkom met een idee, de lokale ondernemers pakken het op en maken er wat moois van. Iedereen vaart er wel bij”
Voor de landelijke korendag, later deze maand had ik een overleg met een aantal mensen van de organisatie. Na afloop uitte een bestuurslid zijn bewondering voor de mensen uit Spakenburg. Hij verbaasde zich telkens weer over het bijzondere karakter van ons dorp. Hij was ooit als een pionier in het nieuwe Emmeloord gaan wonen. “Er zijn hier meer activiteiten in één zomer dan Emmeloord in haar hele geschiedenis…”
Het deed mij nadenken over de activiteiten die er zoal in ons actieve dorp zijn. Het lijkt soms wel alsof elke inwoner hier wel in een organisatie, bestuur of club zit en dat naast een drukke baan en gezellig sociaal leven. De omvang van het culturele, creatieve en sportieve leven is enorm. Het lijkt soms de gewoonste zaak dat iemand ergens bestuurslid is, ouderling is, kleding inzamelt, collecte loopt, een promotieposter ophangt, eten inzamelt of alleen al helpt met sjouwen tijdens een fancy fair. Daarnaast is vrijwel elke Bunschotense ondernemer sponsor van allerlei doelen. Of juist praktisch; wat hier aan kratjes koek, gerookt zalmpje, doosje zakjes, flesjes drank onderling geregeld word is gigantisch.
“Die directe manier van overleggen en aanpakken; dat kom je in de polders van Flevoland niet tegen” Zei hij. “Als iemand denkt dat er in Bunschoten alleen maar botte en rijke mensen wonen, dan ken je haar ware aard niet.”
Toch heeft al dat sponsor enthousiasme een keerzijde. Al hoor ik daar eigenlijk niets over te zeggen; ‘het goede doelen taboe’. Er zijn inmiddels zoveel goede doelen, hulpacties en vrijwilligersreizen dat je door de bomen het bos niet meer ziet. Of het nu een warm hart is, we ergens over moeten komen, sporters moeten betalen die de eigen jeugd blokkeren, collecteren voor gehandicapten die nergens ter wereld zo in de watten gelegd worden of wat dan ook. Het is mij soms wel te veel. Laatst verzorgde ik het geluid voor bandjes op een benefietavond; € 20.000,- euro opbrengst, maar de koffie moest ik zelf betalen. “Ja, maar je bent toch sponsor?”
In al dat goede doelen geweld geld het recht van de sterkste. Wie elke week roept dat er weer een nieuwe waterput in Malawi nodig is of dat de spelertjes dit seizoen uit armoede in hetzelfde shirtje moesten spelen, die wint. En je kan nog een scheef gezicht krijgen als je eens een keertje afslaat om te sponsoren. Als tegenwoordig je logo op een poster staat, dan weet een ander dat daar ook wat te halen valt. “Ja, maar je sponsort de rest toch ook?”
Het is een fijne karaktertrek dat inwoners van dit mooie dorp wat voor elkaar en een ander willen betekenen en doen. Het zal geen toeval zijn dat in ons dialect het woord ‘voor elkaar doen’ en ‘geregeld’ hetzelfde is.
Het is een mooi compliment dat we als actieve, enthousiaste en daadkrachtige medemensen bekend staan. Gaan we doen, komt vur mekaar. Het is ook mooi om te weten dat we onze ondernemers om een gunst of dienst mogen vragen. Maar houdt altijd in de gaten dat vur mekaar twee kanten op gaat; gun een sponsor ook dat hij voordeel heeft van jou goede doel of activiteit. Als je iets organiseert, laat dan je sponsor ook op een manier wat aan jou idee overhouden.
Vur mekaar! Dat gaan we regelen. Zodat iedereen; dichtbij, ver weg, gezond of ziek, rijk of armoedig er beter van word. Bedankt.