Sinds gisteravond heb ik vier paar schoenen bij de achterdeur staan. Een beetje hooi, wortel en een kleurplaat. Ook al is mij een paar jaar geleden al verteld dat hij niet echt bestaat; je weet het nooit. Mijn vrouw is minder enthousiast, zij schijnt zelfs al te weten dat hij pas op 1 december bij ons in de wijk is. Ze weet ook alles beter…

Afgelopen vrijdag nodigde een bevriend stel ons al uit voor tweede kerstdag. Halverwege november staan wij al in onze agenda te krassen over hoe we die laatste week vol gaan plannen. De bak met kerstballen heb ik al van zolder gehaald en de vensterbank is alvast leeggeruimd. Sinterklaas is al voorbij, de kerstkriebels beginnen te komen.

Meestal begint het kerstgevoel bij mij pas als het weer ook een beetje kerstachtig aandoet. Maar de kerst komt nog niet echt uit de lucht vallen, sterker nog; we hebben nog niet één keer hoeven krabben. “Ja, maar een aantal jaar geleden lag er al sneeuw rond deze tijd!” Praat ik mijzelf dan maar moed in.

Het lijkt wel alsof alles en iedereen staat te trappelen om aan die gezellige kerstperiode te beginnen. Alles staat in de startblokken, het wachten is tot die ouwe mijter zijn hielen licht. Ik heb huisvaders gehoord die alvast wat stekkerdoosjes in de tuin hebben ingegraven. Veel kinderspeeltuintjes zijn al geclaimd door kerstboom-buurt-verkopers. Er zijn huiskamers waar al weken een lege plek op een boom ligt te wachten. Mijn buurvrouw heeft alle kerstballen alvast op volgorde gelegd.

Wanneer komt toch dat startschot voor die kerstkriebels? Wanneer begint al dat moois?

Maar laten we niet vergeten wat de nadelen van kerst zijn. Om maar even stevig toe te lichten: De laatste van Wham, een veeleisende Carey of een verdwaalde Rea. De hele dag tergende kersthits over het Spuiplein, je zal er werken. En wat te denken van al die mensen die hun huis en tuin volhangen met lichtjes en zichzelf geen maat weten. Dat huis op de Oostsingel al gezien? Of dat gezin met die huppelende kerstman voor het raam, dat verwacht je ook nietals je ze kent. Of die kerstkransen die heerlijk smaken, maar met die harde balletjes die tussen je tanden blijven zitten.

De kerst is helaas ook de periode dat iedereen uitgelaten consumeert, versiert en overdrijft. De winkels puilen uit, de woonkamers zijn beklemmend en de agenda staat vol verplichtingen.

Kerst is vooral een periode van begrip. Begrip voor mensen om je heen die het ook niet makkelijk hebben. Die hun best doen, maar nog lang niet zoveel lichtjes hebben als de buurman. Mensen die met twee winkelkarretjes moeten lopen om de kerstinkopen te doen. Hippe stellen die zoveel borrels en etentjes hebben, dat ze moeten splitsen om aan de verwachtingen te voldoen. Gezonde mensen die in de file Wham mee gaan zingen.

Helaas zijn er ook mensen die niet mee kunnen doen aan al dat uiterlijk vertoon. Die niet genoeg geld hebben voor al die lichtjes, die aardappels op het kerstmenu hebben. Inwoners die kringloopkerstballen in een klein boompje hangen. Die niet uitgenodigd zijn bij familie of vrienden. Die moeten werken tijdens de kerst, omdat hun dochter schoolboeken nodig heeft. Maarja die mensen vallen niet op tussen al die flitsende Spakenburgers.

Je zou bijna vergeten dat kerst niet draait om je voortuin, je vensterbank of je agenda. Kerst draait om mensen. Vrienden die je het beste gunt, familie waarbij je terecht kan, bekenden die je een kaartje sturen, onbekenden die met de kerstpakketactie ook wat geven. Kerst draait om iets voor een ander betekenen en om één mens in het bijzonder.