Waar inspiratie al vandaan kan komen; uit de kleine dagelijkse dingen. Toen ik gisteravond een dagelijks, meer zeker geen kleine zak vuilnis weg stond te gooien, schoot mij de vraag te binnen. “Hoe komt die zak toch zo vol?” Deze vraag heeft iedereen zich vast al eens gesteld, en iedereen heeft ook al vastgesteld dat het in en rondom de keuken gebeurd. Bergen met rotzooi die in het grijze archief verdwijnen.

Al heel wat jaren verzamelen wij afval in allerlei verschillende zakken en doosjes. Niet omdat we op die rompslomp zitten te wachten maar voor het milieu. Dat wil zeggen, voor ons idee van het milieu, want echt grote klimaatveranderingen zijn er nog niet begonnen in onze keuken.

Een nobel streven om karton, plastic, flessen, glas en hout apart te bewaren. Het scheelt enorm veel ruimte in de prullenbak, maar enig nuchter nadenken leert dat vervolgens de hele keuken en balkon alsnog vol staan met andere zakjes en doosjes. Maargoed, de natuur wil ook wat, de gemoedsrust ook.

Wat het grootste probleem van afval lijkt, is niet het afval, maar de enorme aanvoer. Wat is er tegenwoordig veel verpakkingsmateriaal. Veel, zo niet alles is verpakt in plastic. In veel plastic. En natuurlijk ook nog papier erbij voor de productomschrijving. En een handleiding. Het lijkt soms wel alsof er meer verpakkingsmateriaal is dan werkelijk aan producten. Om nog maar niet te spreken over de continue stroom van papier door de brievenbus. Er gaat geen dag voorbij dat er geen stapel folders door de deur ligt. Schreeuwende vellen papier met als enig doel, aansporen tot consumptie. Regelmatig zijn de pakket papier in plastic verpakt om het weggooien makkelijker te maken.

Kan het niet wat minder? Of wat nuttiger? Wanneer hebt u voor het laatst nog echt de foldertjes door zitten spitten?

Is er tegenwoordig niet een systeem te verzinnen waarbij je zelf kan bepalen welke krantjes of folders je ontvangen wil? Wekelijks liggen er meerdere folders op de mat met aanbiedingen voor tv’s. Van verschillende afmetingen, prijzen en aanbieders. Wekelijks. Terwijl ik als argwanende tv kijker toch niet zo heel vaak een TV koop. Waarom krijg ik elke week ruim 50 TV aanbiedingen als ik er één keer in de drie jaar één koop? En trouwens, als ik een TV wil kopen stap ik een speciaalzaak binnen en zoek ik wat uit.

Om al die krantjes en folders nog enig nut te geven zitten er nog wel eens kortingsbonnen in. Uitknippen en dan als lulletje rozenwater een winkel binnenstappen. Met je bonnetje. Als volwassen man. Bij een gladde verkoper. Ook een volwassen man.

Laatst stond ik bij de kassa van de Karwei in Amersfoort met een klein handig handschroefmachientje. Nu voor € 50,-. De kassière glimlacht en zegt “dat word dan 70 euro meneer.” Enigszins verbaast maar vriendelijk wijs ik haar op de prijs die bij het vak stond. “Ja meneer, maar dat is alleen met de bon uit de folder!” Ik voel de ergernis van al die pakken folders ineens als een domper op ons gesprek neerkomen. Dat 16-jarige tutje zit ineens in mijn vide. “Maar die folder heb ik niet” zeg ik. Ze wijst op het stapeltje dat naast de kassa ligt; “die folders.” Ik zal je krijgen denk ik, en grijp een folder. Langzaam en geïrriteerd zoek ik de bon en scheur deze uit. Met een opzichtige zwaai en veel gevoel voor drama richting de overige klanten gooi ik het vodje op de band. Waarop het bijdehandje er 0-2 van maakt; “nee, is goed hoor. Ik heb het gezien.”