Dinsdag was er een feestje bij ons thuis. Een flink feestje. En buitensporig vuil feestje. Een ‘fuifje’ waar menig feestganger een buiging voor kan maken. De boel op zijn kop. En het was pas dinsdag.

Wanneer er in de bedrijfskantine over de weekend ervaringen van de collega’s gesproken word, gaat het meestal over uitstapjes van formaat. Veel, laat en hard is meestal een goede samenvatting. Laatst vertelde een collega dat hij een weekendje op Defqon gelopen had. Beetje stampen. Het was het hele weekend nooit laat geworden, vrijdag na het werk tentje op gezet, en zondagmiddag met ongebruikt tentje weer naar huis. 40 uur onbeperkt stampen in de Hollandse polder.

Maar toch, ons feestje mocht er ook zijn. Er was warme en koude drank; frambozenthee, spa en senseo. Er was rumoer, 8 bevlogen vrouwen in een heel klein keukentje. Er was een gastvrouw, er was schuim, vuurwerk, de oven ging open en dicht, de afzuiger draaide op volle toeren. Het dak ging eraf!

Ik had mijzelf voor het begin van de avond maar een klein klusje in mijn werkplaats gegeven, want op een goed feestje hoor je een beetje te laat te zijn. In mijn feesttenue (ik was verkleed als timmerman) kwam ik een casual kwartiertje te laat binnen en schoof tussen de kakelende dames. Als of je een ei uit de kippenren probeer te grijpen.

Een Jamako-party.

Het feestje kenmerkte zich vooral door de overvloed aan kleurrijke schoonmaakmiddelen. Een hippe club in Amsterdam deed zich er niet voor onder wat er bij ons door de huiskamer en de keuken verspreid stond. En dan nog niet te spreken over de speciale geel- of groene vezelhandschoenen. Ik werd nogal overrompeld door een mix van complimenten over de keuken, en een stortvloed aan commentaar over dat de keuken nog nooit zo schoon geweest was. Als nieuw. Tenminste voor een deel als nieuw, want bijna elk apparaat was voor de helft schoon en vies, om het verschil duidelijk te maken. Ik werd door acht vrouwen tegelijkertijd overtuigd van het gemak, de prestaties en de kwaliteit van schoonmaken.

Hey, ik ben een man hé. Mannen maken alleen schoon wat in beeld is. En het liefst met spullen die je ook op je auto en terras kan gebruiken, want alles met één flesje is mannelijk. Nu zal mijn toekomst nooit meer hetzelfde zijn.

Inmiddels hebben wij nu 17 verschillende flesjes en tubes, een wintervoorraad aan handschoenen en nog een doos vol artikelen waarvan ik geen idee heb. Maar we zijn er blij mee. Want voor elk apparaat en meubelstuk hebben we nu een eigen handschoen en flesje. Top.

Toen gister de pizza klaar was deed de turbo-microvezelhandschoen ook prima dienst als ovenwant, de witte make-up pads zitten onder de poten van de tafel tegen het krassen en mijn ruitenwisservloeistof is ook weer aangevuld. Het was een fantastische party! Een keukenfuif!