Er zijn hier maar twee zaken belangrijk; respect voor elkaar en interesse voor een vak. Maar ja, dat zijn nou net de twee zaken waar we geen budget voor krijgen.
De afgelopen donderdag was ik uitgenodigd om te komen draaien op een schoolfeest van een onderwijs instelling. Een onderwijsinstelling voor leerlingen met problemen. Leerlingen die net buiten het standaard onderwijs vallen. Geen doorsnee havo-pareltjes, maar jeugd die wat extra geduld en uitleg nodig heeft. Praktijkjongens.
Een leraar vertelde over de verschillende praktijklessen en aanpak van de school. Een eigen keuken waar de leerlingen over horeca leren en soep verkopen in de pauze. Een werkplaats met de basisbeginselen van bouw, metaal en techniek waar stoelen gerepareerd worden voor in de klaslokalen. Een kantoorlokaal met printers en computers waar voor de leraren kopietjes gemaakt worden onder de noemer kantoorwerk. Een ogenschijnlijk geoliede machine.
Maar de leraar vertelde ook over de achterkant van het plaatje. Leerlingen hier hebben wat extra geduld en aandacht nodig. Sommige gaan na vier jaar van school af met het niveau Nederlands van een groep 8 leerling. Sommigen kunnen als een vakman lassen, maar geen sollicitatiebrief schrijven. Onze school drijft onderin de vergaarbak van het moderne onderwijs. De overheid maakt budgeten op basis van prestatie, niveau en loopbaan. En laten dat nu juist niet de sterke eigenschappen zijn van dergelijk praktijkonderwijs. Sinds een paar jaar krijgen wij van Den Haag geld om onze leerlingen uit de WW te houden. Zo word er over deze scholen gedacht…
In de aula staat een allegaartje aan pubers. Een meisje met downsyndroom staat onafgebroken op een tafel te dansen. Een eerstejaars van twee keer mijn lengte staat met zijn witte stropdas en zwarte jasje naast de DJ booth, hij wil graag de beveiliging in, dus vroeg hij of hij de hier mocht staan. Hij zei u. En zodra mijn cola halfleeg is haalt hij gelijk een nieuwe. Vlakbij bestookt een groep meiden mij met de meest moderne muziek, ik ken slechts een fractie van de verzoekjes, maar het geeft hen niet. Twee jongens verzorgen de hapjes, ze brengen schalen vol lekkernijen rond. Warm, veel en telkens weer met een grote glimlach. Op de gang word gesjoeld en poker gespeeld, de leraar wiskunde word met veel gejuich ingemaakt.
Met veel plezier draai ik op feestjes en uit ervaring weet ik dat de scholen met praktijkonderwijs veel leuker zijn als de HAVO en VWO scholen. De scholen waarbij praktijk belangrijk is zijn veel toleranter en netter dan de leerlingen met een hoge CITO score. Op de praktijkschool staan er jongens keurig met hun handen op de rug vragen te stellen en over hun lessen te vertellen. Na een avondje disco willen ze allemaal de muziek en techniek in. Bij hoger onderwijs sta ik het liefst op een podium om te voorkomen dat de patsertjes overal aan zitten. Bij de praktijkscholen vragen ze van elk lampje en knopje wat het doet, maar zitten nergens aan. Meest kenmerken is wanneer je stopt: De hoge CITO’s fluiten en wensen je de meest ernstige dingen toe, het schoolfeest was weer geen reet aan. De lage CITO’s juichen en bedanken, leuk dat we op de banken mochten dansen dit keer!
Praktijkjongens. Er is niet veel aandacht voor in ons onderwijssysteem. En de budgeten uit Den Haag zijn vooral bedoeld voor de prestaties. Natuurlijk wil je als onderwijs de beste leerlingen afleveren. Maar in de samenleving na het diploma hebben we meer nodig dan studiebollen en managers. Praktijkjongens.