Storm, regen, wind en stoere mannen. Het Spakenburgse Zuidwal evenement is al jaren een begrip en beleving in het oude Zuiderzeedorpje.

Dat de Zuidwalwedstrijden ooit begonnen zijn in het jaar dat ik geboren ben, zal er ongetwijfeld niets mee te maken gehad hebben, maar dat evenementen sneller volwassen worden, dan columnisten blijkt daar wel uit. Al zoveel jaren duikt alles wat hout, staal en zeilen heeft het ruige water van het Eemmeer op. Een dag lang met de tanden in de touwen. Zeilen en zwoegen om de jaarlijkse roem. Hangen aan de zeilen om het kolkende water te temmen. Jagen langs de dijk en het vogeleiland, een strijd voor echte mannen; ruig, wild, nat en op karakter.

Inmiddels worden de strijdende botters door bedrijven afgehuurd en staan de bobo`s met glas wijn en plu de schipper te irriteren, de tannismeisjes giebelen luidruchtig wanneer de kapitein “fok aan” roept. Er zijn zelfs al botters gespot waar een magnum Piper-Heidsieck geschoten wordt. Er is een maandvoorraad drank en hapjes aan boord, en voor vele opvarende licht de uitdaging in het praten, drinken, happen en wiebelen. In combinatie met het lentezonnetje is er wel eens een overwinning aan de rozige aandacht ontsnapt.

Toch was er dit jaar iets terug te zien van dat oude karakter, het waaide stevig en zonder enige regelmaat een frisse regenbui in de zakelijke kraagjes. Het Hollandse zonnetje was waterig en ver. De zeilomstandigheden kwamen bij een ouderwetse Zuiderzee wedstrijd in de buurt en er waren zowaar meerdere opvarenden nodig om de zeilen en zwaarden te bedienen. Kortom dit jaar weer eens een ouderwetse Zuidwalwedstrijd.

Traditioneel worden de wedstrijden op vrijdag en zaterdag met lichtalcoholische versnaperingen afgeblust in de feesttent. Daar was het ook dit jaar weer ouderwets gezellig en druk, ja druk en vol vooral, maar ook dat is al vele jaren traditie. Eigenlijk is het Zuidwalfeest een aaneen schakeling geworden van tradities en gewoontes. De stoere mannen, de baarden, de blaren, de kater… Het hoort er allemaal bij.

Het enige waar stoer en ruig Spakenburg om heeft kunnen lachen was de gemeentebotter, het pronkstukje van de lokale overheid is de gehele wedstrijd gevuld geweest met politieke parapluutjes, een bonte mengeling van meningen, partijkleuren en prikkers. Onder de parapluutjes was het vast gezellig, maar de aanblik was soft. De raad afgedekt met parapluutje voor de spattende druppels of het buiswater. Het had iets stoerder gemogen hoor.

Het kan natuurlijk gebeuren dat je toastje nat word, of het glaasje wijn wat aangelengd smaakt, maar het gaat ook om de voorbeeld functie. Gooi die plu toch overboord, dat is politiek niet verstandig. Als er straks weer geflyerd moet worden voor de verkiezing, dan herkennen de lokale zeilliefhebbers de schuilende politicus direct. Was dat niet dat watje met de plu op de gemeentebotter? Komaan politicus; laat je baard staan, ad een sonnemaatje en verkruimel een toastje in de nek van een raadslid. Lachen toch, het is per slot de Zuidwalfuif.