Elk jaar is het gelijk in januari weer smullen van de Poëzieweek. Een woordenbrij vrijwel aansluitend op alle feestdagen losbarst. De week staat in het teken van bundels die net uitgekomen zijn, of trends die het komende jaar zullen groeien.

Voor de liefhebber is er in die week elke avond wel wat te doen, waar de nadruk ligt op luisteren en aapjes kijken. Want qua imago heeft het poëzie-gebeuren wel wat achterstand. Het stoffige van oude mannetjes met een gerafeld boekje in de hand, dat gaat nog, maar het aandeel vage krullenbollen is enorm. Het type; verloren studentikoos is zeer passend. Bij menig voordracht of gedichtenbal heeft de helft van de zaal geen idee wat er buiten de deur gebeurd. Ook de dichtregel Rust-reinheid-regelmaat gaat de meeste voorbij.

Zo af en toe schrijf ik ook eens een gedachte uit, en dus toog ik ook naar een dichtersavondje in Doorn. Inderdaad, Doorn is niet direct het middelpunt van de poëzie; Doorn is eigenlijk helemaal nergens het middelpunt van. Maar dat zal de organisatie niet gehinderd hebben. Hoe vager hoe beter is vaak het motto.

Het blijft toch altijd een lastig ding die Poëzie en gedichten. Voor de diehard dichter kan het niet vaag genoeg zijn. De mooiste volzinnen rondom volgslagen onzin. En elkaar aankijken met een blik van heerlijk die chocolademousse.

De avondjes met zweefneven geven mij altijd de inspiratie om teksten te schrijven over zweverige zaken, maar dan met beide benen in de modder. Zo zit het leven nu eenmaal in elkaar. Het leven jaagt naar liefde, maar de rest van de tijd sta je met je benen in de modder.

Het thema van deze poëzieweek is verwondering. Een heerlijk breed thema waar dichter en poëet zich thuis in kunnen voelen. Verwondering over wat je na een halve fles whisky en twee joints nog mee krijgt van de kleuren om je heen, of verwondering over hoe ver anderen gaan om nog iets van verwondering te voelen. Bijzonder gezelschap die dichters.

Ik verbaas en verwonder mij vooral over de gewone dagelijkse dingen in het leven. Zo snel als alles lijkt te gaan, zo graag sta ik stil bij zaken die er altijd al zijn. De kracht van natuur, het ritme van het leven en alles wat het leven meer maakt dan een verzameling minuten. Bijzonder verwonderlijk.