Zodra de meter een schamele min 3 aantikt, begint de hetze. Fileleed, uitvallende treinen, en het e-woord. De Nederlander is een prima ontwikkeld zoogdier, mits het water vloeibaar blijft.

Tot nog niet zo heel lang geleden stonden de Nederlanders bekend als een nuchter volk. Hard werken, innovatief, niet te hard schreeuwen, iedereen een beetje tevreden en niet te zwaar aan principes tillen. Als er een voetbaltoernooitje plaatsvindt scharen we ons enthousiast achter het elftal. Wanneer na anderhalf uur blijkt dat de boys nog geen deuk in een pak boter schoppen, zijn de Nederlanders na een nachtje slapen weer de oude. Wanneer een gewatergolfde politicus roept dat de Hollandsche Florijn weer terug moet, dan knikken we vol nostalgie, maar weten we ook dat Nederland het meest aan die euro verdient heeft.

Als smetje op onze gouden eeuw en sterkte economie, zijn we minder nuchter als het op dat witte spul aankomt. De Hollanders en de strijd met het water! De grootste waterkering ter wereld bouwen in de Oosterschelde, een compleet nieuwe provincie inpolderen; het is allemaal niet zo`n probleem. Het word pas lastig zodra het water sneeuw wordt. Met een laagje sneeuw van slechts een paar cm is het hele land in een paar uur ontregeld. Om te voorkomen dat er teveel treinen uitvallen, rijdt de NS uit voorzorg helemaal niet. Wie een auto heeft, springt erin om op de dichtstbijzijnde snelweg stil te gaan staan. En wie nog niet vastzit sluit zich thuis op voor de TV.

Zodra de eerste spanningen een beetje wegzakken en blijkt dat er niemand spectaculair gered hoefde te worden, en niemand vermist is, en dat je door 5cm sneeuw nog best naar de supermarkt kan; dan komt het volgende drama. Het e-woord.

Komt ie er of komt ie er niet? Uren aaneen kijken we uit naar de ijsmeesters in het gebied dat we tans als Friesland kennen. Waar elke Fries niet eens de moeite neemt om het ijs te meten, duiken de media elk meertje en grachtje op om te kijken waar het ijs al dik genoeg is. Er is geen radio of tv zender die niet (live) elk uur meld wat de dikte van het ijs is. Je kan er niet omheen, het E-woord. Wat die 11 dorpjes in Friesland al niet met de rest van het land doen. Wat hadden die Friezen graag een eigen land gehad. Alleen al om van het schaatstocht gezeik af te zijn. Wat hebben die Nederlanders toch met de bevroren stukje noordelijke polder. Niemand die er wil wonen of werken, maar als het vriest zitten we te wachten of ie er komt. De tocht.

Een boel mensen zouden eens een frisse douche moeten hebben. Of ff lekker uitwaaien met een koude wandeling. Een fikse koudegolf, dat zouden die overdreven Nederlanders goed doen!