Al heel wat jaren worden de verjaardagen van mijn oom opgevrolijkt met zijn hilarisch boom-zaag-verhaal. De anekdote verteld over een flink uitdijende walnotenboom die door de jaren bij de beide buren over de achtertuin hing. De ergernis over de boom was klein begonnen, maar een laatste burenpraatje was uitgelopen op een scheldpartij. “Wat in jou tuin valt mag je lekker zelf opeten.” De opmerking had mijn oom de das omgedaan. Hij had een noten allergie.

De opvolgende zaterdag had mijn oom met uitzonderlijke precisie het model van zijn tuin uit de boom gezaagd. Exact gehalveerd op de erfgrens. Elk blaadje en takje was zorgvuldig gesnoeid en de boom was tot een kunstwerkje geworden. Bomenbeleid noemde hij dat.

Wie de afgelopen maanden het groen in ons mooie dorp in de gaten gehouden heeft, zal het niet ontgaan zijn. Er is geen straat meer over waar de zuivering niet heeft plaatsgevonden. Het lijkt wel of in korte tijd het aantal bomen gehalveerd is. En vooral de bomen die je nog kende uit de tijd dat je als jongentje in elke boom een boomhut kon voorstellen. Bomenbeleid noemen we dat.

Neem nu die bomen op de Nijkerkerweg, net na Haarburg, met dat bankje erbij. Ik fietste naar school in Nijkerk en de 12 bomen vormden het duidelijke einde van het dorp, vanaf daar had de wind vrij spel, vanaf daar stond je er alleen voor.

Of die bomen rond om het grachtje van de Heemstedesingel. Met de storm van december was er een boom flink beschadigd en blijkbaar niet meer te redden. Voor de veiligheid werd deze omgezaagd. Maar niet alleen deze, tot mijn grote verbazing was ruim een derde van de boom omgezaagd. Ik zag twee hondjes ineengedoken tegen een verloren stompje blaffen. Bomenbeleid.

Maar laat ik nu niet de vrome bomen-paus uithangen, de tijd van boomhutten ligt ver achter mij. Van groene vingers is geen sprake, en zelfs de bloembak op het balkon heeft het niet gered dit najaar. Tijdens een zomers fietstochtje wil ik nog wel eens baldadig tegen een uitgedroogd struikje plassen, maar daar houd mijn liefde voor tuinonderhoud wel op. Ik heb nooit getwijfeld mijzelf binnenkort aan een beschimmelde beuk vast te ketenen om een signaal aan de lokale overheid af te geven. Ze zouden me waarschijnlijk toch wel laten zitten. Ik houd vooral van natuur om naar te kijken, om doorheen te lopen en te ruiken. Dat is mijn bomenbeleid.

Toch gaat het me wel aan het hart om zoveel bomen te zien verdwijnen. Natuurlijk gebeurd dit niet willekeurig, er is een plan, er is onderhoud en bomen raken nu eenmaal ziek. Daarbij zou het verhaal van mijn oom stukken minder hilarisch zijn als er een verrotte eik op zijn motorkap zou liggen. Om de gezondheid van bomen te bewaken moeten ze dus weg. Een eik met een griepje of een beuk met een loopneus zijn ten dode opgeschreven. Bomenbeleid heet dat met een mooi woord.

Wellicht een goed idee om lokaal het Zweedse bomenbeleid in te voeren. Daar heeft de regering al begin van de 20e eeuw een terug-plant regel ingevoerd. Voor elke boom die gekapt word, moet er ook weer een terug komen. Op die manier blijven de bomen in de bewoonde omgeving gelijk, maar mag de natuur het buiten de dorpsgrenzen zelf regelen. Want het opruimen van een omgewaaide boom verplicht je tot het planten van een nieuwe. Ook mag het bos zelf groeien, want kappen betekend alleen maar verplaatsen. Hebben ze mooi bedacht daar. Misschien ook wel wat voor ons. Een Zweeds bomenbeleid.