Dit weekend ontmoette ik, bij louter toeval er één op een fuifje; een nachtegaal, een wegwerkzaamheder. De mysterieuze oranje mannen die als asfaltengeltjes over de wegen zweven, je ziet ze regelmatig, maar er eentje ontmoeten doe je zelden.
Dit weekend werd een weekend om nooit meer te vergeten, wat leek op een redelijk doorsnee verjaardagsborrel van mijn zwager mondde uit op een visionaire avond. Een avond met een nieuwe kijk op een nachtelijk stukje aarde.
De verjaardag zat vol met gezellige mensen, voornamelijk ruwe bolsters met een liefde voor alles wat vier of meer wielen in beweging houdt. Vermomd als getrouwde dertiger zat hij linksachter in de pluche bank. Glimlachend, roerend in zijn koffie en vriendelijk groetend toen ik onwetend naast hem schoof. Zelfs het eerste halfuur wist hij zijn grote geheim voor zich te houden, wat een kerel.
Na wat gemoedelijke omzwervingen over vakantiekoetjes en mediterrane kalfjes, vertelde hij mij dat zijn vakantie nu pas begon, geheel in verband met zijn werk. Hij bleek wegwerkzaamheder. Ietwat verlegen en ongemakkelijk hing ik aan zijn lippen. Dit was er dus zo één. Zonder het oranje vestje moeilijk te herkennen, maar nachtillusionist in hart en nieren. Nacht aan nacht werkte hij voor volk en vaderland, als het klootjesvolk zoals ik tussen de lakens schoof, ging hij erop uit. Elke meter A en N kende hij op z’n duimpje. De asfalttovenaar.
Normaal gesproken werkte hij ’s nachts en de weekenden. Lekker rustig en dikke uurtjes maken zoals hij dat noemde. Ergens op een verlaten parkeerplaats wachten tot de collega’s van de reconnaissance de route verkend en gepyloneerd hebben, dan komt de Hans Klok van de nacht eruit, jagend met rokende motoren en dampend zwart asfalt. Meters maken. Strak als een tafellaken. De vele ochtend automobilisten in verbijstering latend.
De man had een natuurlijke geheimzinnigheid om zich heen. Hij was dus die man in het fluoriserende pak die achterop de asfalt-smeer-machine-achtig-iets stond te kijken of elk grindkorreltje op de juiste plek lag. Hij en zijn collega’s zorgen voor de wereldbekende Hollandse biljartlakens door de vlakke polders. En toch zou je hem overdag niet direct herkennen.
Waar we soms brommen op de pylonnen langs de weg, de kilometers lege stroken en de wachtende asfaltdoktors, het wordt allemaal anders als je er onverwachts één in het echt ontmoet. Dat zouden meer mensen moeten doen. Gewoon eens een kop koffie doen met een infrachirurg. Niet om de koffie, niet om de werktijden, maar om het respect. Wat een bevlogen werker, toewijding van hectometerpaaltje tot hectometerpaaltje.
Vanaf nu rijd ik niet meer te hard, buig ik nederig mijn hoofd en zwaai uitbundig als ik de mannen zie staan. De wegwerkzaamheder in zijn nachtelijke strijdwagen!