De na-oorlogsegeneratie, de punkgeneratie, de patatgeneratie, de gameboygeneratie en tegenwoordig zelfs de twittergeneratie. Allemaal tijden en generaties uit de recente geschiedenis. In grote delen van Nederland worden tijdens de familie-uitjes en verjaardagen verhalen verteld over waar opa’s, oma’s gewoond hebben of naar toe verhuist zijn. In ons mooie dorp worden verhalen van je familieleden juist vaak gekoppeld aan wat er nog authentiek was in die tijd, of wat er zoal gebeurde ‘afer ut diekie’ dat er tegenwoordig niet meer is.

Of de verhalen er nu spannender op worden weet ik niet, maar ik herken mij steeds meer in ‘in de tijd voor de euro’, ‘toen je bij Bob nog via het zijraampje kon bestellen’ en ‘de oude rokerij’. Zo jong en fris als ik me voel, sloeg de waarheid mij deze week snoeihard om de oren toen ik mij versprak over de gulden ipv euro. Dat ik behoor tot de groep die nog guldens kreeg met je nieuwjaarsfooitje, oke, dat voelt nog niet zo oud. Dat ik op een grijze gameboy met groen scherm de Teterislijnen zat weg te rammen in keiharde strijd met mijn broertje (met kabeltje hé, multiplayer heette dat), dat voelt al iets ouder. Maar dat ik nog een jaartje basisschool heb gehad in de oude Sytwende MAVO, dat voelt oud.

Juist het koppelen van leeftijd en afkomst met de plekken in Bunschoten maakt ons dorp authentiek. Het is soms melangolie, maar vaak ook een welgemeende trots op welke mooie plekken ons dorp kent, of, in sommige gevallen, gekend heeft! Het is soms best jammer dat je tot voor kort nog bij de Weikamp nog over de dijk kon kruipen, of bij het geultje van De Eendracht op het bankje kon zitten. Maar ach, vanaf nu kan ik aan mijn neefjes vertellen dat waar nu de Zuyderzeehaven ligt, ik met me ‘eerste liefje’ heb gekust.