Jong, vitaal, fris en fruitig als ik mij voel; lach ik breeduit om de geënsceneerde gebits-lijmreclames op de tv. Twee grijze duifjes fladderen vrolijk om elkaar heen, zwaaiend met kinderen, bloemen en knipoogjes. 50+ geluk met een continue glimlach, happend naar een ijsco of pizzapunt. Geen kunstheupen, looprekjes of incontinentievleugels, niets daarvan. Glunderend geluk met de pasta’s en lijm om de klapperende tandjes tegen te gaan.

Jong, vitaal, fris en fruitig als ik mij voel; scheur ik al jaren over de gladde streep asfalt van de Verlengde Oostsingel. Vrolijk en al zwaaiend schuif ik met mijn wagentje over de laatste 150m ondoorbroken asfalt van Midden-Nederland. Met de weilanden, zonnetje, en uitzicht op de hoogbouw van de Hermitage, doe ik mijn best om de snelheid op 50km/u en een klein beetje te houden. Met enige regelmaat scheurt er een krentenbollen-golf of haring-cayenne mij voorbij, met een snelheid die we tegenwoordig op de A1 al niet eens meer halen, maar het geeft niets. De rechte streep asfalt door de Bunschotense polder maakt mij gelukkig.

April dit jaar word dit mooie stukje asfalt nog verder verbeterd, en vol lof lees ik de berichten in de media, en op de gele omleidingborden. Hier staat iets moois te gebeuren. De Rengerswetering krijgt haar eigen inrit, de bushalte word een stukje verplaatst en er komt nieuw asfalt. Een grijs-groene droom gaat werkelijkheid worden…

Vlak voor Koninginnedag komt het spannende moment dat ik voor het eerst met m’n wagentje het maagdelijke stukje weg mag proberen. Vanaf Haarbrug in een soepele beweging over de rotonde, en een heerlijk nieuw stukje Bunschoten ligt voor me klaar. De twee onsymmetrische brommer-invoegstroken vallen me op, maar brengen me niet van de wijs. Ik schakel door naar de vierde versnelling, en met een grootse glimlach zoef ik richting de nieuw inrit van Rengerswetering.

Maar dan gaat het mis. Met een ongenadige klap stuitert mijn wagentje op iets wat als een drempel bedoeld is. Met een enorme knal spat de droom uiteen, slaan mijn kaken op elkaar en schiet een groot deel van mijn leven aan mij voorbij. Het lawaai van mij schokdempers en het kraken van mijn vullingen is oorverdovend. Na, wat minuten lijkt te duren, land mijn auto en gebroken ego, midden op de drempel. Nog voor de ernst van dit stukje Verlengde Oostsingel tot mij doordringt, volg de afdaling. Want een drempel heeft nu eenmaal twee kanten.

Hangend aan mijn stuur, en met twee voortanden in het dashboard, komt er een reusachtige rotonde op mij af, en met een beweging waar een F1 coureur jaloers op is stuur ik de rondgang over. Nadat alle vier de wielen weer contact maken met dit nieuwste stukje rondweg, en mijn verstandskiezen als enige nog op hun originele plek zitten, parkeer ik mijn auto in het gras.

Ik hijg en huil een beetje. Zelfs in Bunschoten is er geen 150m meter rechte weg meer. Om mijn vijfde versnelling te kunnen gebruiken zal ik voortaan naar Duitsland moeten. Nooit meer zal ik lachen om de grijze duifjes in de Kukident reclame, echt nooit meer. Vroeger; toen er nog geen Kukident was, toen had je nog geen drempels en rotondes…