Dat reizen leuk, maar ook wel eens zwaar kan zijn, weet iedereen. Dat het op vliegvelden lang niet altijd zo vanzelfsprekend en mooi is al de reclames doen vermoeden, dat weet ik ook iedereen. Dat het vliegveld van Istanboel een klam, chagrijnig mierennest is, dat weet lang niet iedereen, maar wie er ooit geweest is wel…

Op elke reis is wel wat aan te merken, kleinigheidje houd je altijd. Wanneer je bijvoorbeeld een lekke band of vertraging met het vliegtuig als enig minpuntje kan noemen heb je een geslaagde vakantie te pakken. Ik heb wat te klagen over een vliegveld 2500 verderop, dus mijn verdere vakantie was overduidelijk geweldig. Maar ook geweldige vakanties moeten wel eens met een tussenstopje bevlogen worden.

Vanuit Zuid-Afrika was het reisdoel thuis. Een vereist tussenstopje in Istanboel was daar onderdeel van. Na een slapeloze nachtvlucht van 9 uur lande ik om 5:30 uur in de ochtend in Istanboel. Een enorm mierennest zonder begin of einde. De combinatie van de zweterige lucht met de lokaal ruikende vliegveld medewerkers doet mijn gezonde humeur geen goed. Na de gebruikelijke checks en humorloze scannerstagiaires hebben we de gate snel gevonden. Op de plakkerige stoelen wachten we tot de gate opengaat.

Halverwege een klein dutje word ik wakker gemaakt door een smutsige turk in een grootvallend zwart pak. Wellicht herkende hij mij niet direct als niet-turk maar na een uitgebreid verhaal in het Turks schakelt hij chagerijnig over op het  basisschool Engels en word mij duidelijk dat hij een boardingpas wil zien. De flapdrol heeft overduidelijk meer haast dan geduld en al snel liggen we nauwelijks meer op dezelfde golflengte. Ik zwaai onderuit gezakt met mijn boardingpass en geef aan verder te willen slapen.

De man loopt rood aan en blijft stug in het Turk praten. Uit zijn armgebaren en klotsende oksels word duidelijk dat de gehele ruimte leeg moet, naar de gang toe. De vele reizigers (op een handjevol na alleen maar niet-Turken) sjokken geiriteerd maar geduldig naar de gang. De knoflookbewaker schuif een kunststof deskje naar de doorgang en schuift wat bankjes ernaast. Met het weeïge stoom uit zijn Turkse oren, mag nu de gehele groep reizigers weer stuk voor stuk naar binnen nadat we onze boardingpass aan de chef iritatie hebben laten zien.

Pislink en 200 reizigers later ziet iedereen weer keurig te wachten. De Turk staat schuimend van zelfwaardering in de hoek te genieten van het aantal dodende blikken. Het hartelijke visitekaartje voor Turkije is afgegeven. De gate gaat open en de stewardessen controleren nogmaals de boardingpassen bij het doorlopen.

Wat nu het doel is van de controle Turk is mij niet duidelijk, maar ik zal er voorlopig ook niet meer naar toe gaan om het te vragen. Nu is er natuurlijk niets tegen Istanboel of Turkije, wat vast een schitterend en vriendelijk land is, maar waarom ik dan weer net die ene falpdrol moet treffen in de laatste 30 minuten in Istanboel?