Jakobus 5:7-­‐8

7 Heb geduld, broeders en zusters, tot de Heer komt. Denk eens aan de boer, die geduldig blijft wachten op de kostbare opbrengst van zijn land, tot de regens van najaar en voorjaar zijn gevallen. 8 Wees net zo geduldig en houd moed, want de Heer zal spoedig komen.

Nadat ik mijn autootje geparkeerd heb, en aan de rits met karretjes sta te trekken, kom ik tot de conclusie dat ik met mijn euromuntje geen karretje los krijg, vijftig cent stukjes alleen. Zonder karretje en met het euromunstuk als een gratis ijsco in mijn handen sluit ik direct aan in de rij voor de kassa. Zodra ik aan de beurt ben en de verkoper mij fronsend aankijkt, meldt hij mij dat ik voor karretjesmuntjes bij de servicebalie moet zijn.

Na een rondje schuifdeuren sluit ik keurig aan bij de servicebalie, en glimlach ik vriendelijk naar de tien minuten die inmiddels verstreken zijn. De klanten voor mij bestellen op hun gemak diverse keukens, badkamers en maatwerk gordijnen. Maar ik houd de moed erin. Op mijn leeftijd moet tijd toch niet het belangrijkste zijn. De mevrouw glimlacht zodra ze merkt dat ik geen mega-order kom plaatsen maar slecht mijn muntje wil wisselen voor een karretje. Als toppunt van de kwelling blijkt het vijftigcentbakje leeg. ‘Is het normaal nooit’ weet de medewerker mij nog bemoedigend mee te geven wanneer ik weer in dezelfde kassa rij aansluit.

Als zevende in de rij, zonder kar of mandje, met met een ijzeren optimisme, spreekt de cassiere van de kassa naast mij me aan. Of ik hier net ook al niet in de rij stond. ‘Ja, voor een muntje.’ Ze wenk en gooit mij een stalen schijfje toe.

Zodra ik met een karretje en klusmaterialen weer richting de kassa’s loop, sluit ik keurig aan bij de cassiere waar ik het metalen muntje van geleend heb. Na inmiddels zo’n 30 minuten meer dan nodig in de bouwmarkt aanwezig geweest te zijn, mag ik bij de cassiere afrekenen. Ze is erg vriendelijk en ik bedank haar voor het muntje en de glimlach. Ze rits de bon uit de kassa en krabbelt er iets op. Ze geeft me het opgevouwen bonnetje en terwijl ze mijn hand nog vasthoud zegt ze. ‘Ik val op mannen met twee rechterhanden en veel geduld!’

Wanneer ik in de auto zit en het bonnetje openvouw snap waar het geduld goed voor is. Marin heet ze en haar nummer staat eronder.